Etensresten uit een beerput. Archeologisch onderzoek van vroegere voedingspatronen

Het lokt meestal wat gegniffel uit, als je als archeoloog vertelt dat je een dag hebt doorgebracht in een middeleeuwse beerput, op zoek naar wat mensen daar eeuwen geleden hebben achtergelaten. De associatie met uitwerpselen, stank en andere onaangenaamheden doet op zijn minst de wenkbrauwen fronsen en mogelijk rijzen er zelfs vragen over de geestestoestand van de opgraver. Die bezorgdheid is echter nergens voor nodig want het archeologisch beerputonderzoek is als wetenschappelijke onderneming minstens zo interessant en eerbiedwaardig als het doorzoeken van archieven en boeken, of het bestuderen van oude schilderijen. Het maakt allemaal deel uit van een fundamentele vraagstelling, met name hoe mensen in het verleden hun voedselvoorziening organiseerden en welke consumptiepatronen dat deed ontstaan. Daarbij vullen archeologie, geschiedenis en de studie van beeldmateriaal elkaar perfect aan. De ervaring leert immers dat wat mensen op papier of perkament noteerden niet alles dekt wat werd gegeten, terwijl een archeoloog die ontbrekende zaken vaak wel kan terugvinden. Maar het omgekeerde is ook waar: voedingsresten die niet in de bodem bewaren kan men enkel via de geschreven bronnen bestuderen. Als men voedingswaren afbeeldde, bijvoorbeeld op stillevens, gebeurde ook dat weer heel selectief. Maar toch is de informatie essentieel want schilderijen plaatsen etenswaren in hun sociale of symbolische context. Het combineren van zoveel mogelijk verschillende benaderingen is dan ook de enige manier om een enigszins samenhangend beeld te krijgen van de voeding in het verleden. De specifieke rol die een oude beerput daarbij kan spelen, wordt toegelicht in wat volgt. Voor een goed begrip is het echter nodig eerst wat dieper in te gaan op de structuur die een beerput is, en hoe die functioneerde. Daarna wordt uitgelegd hoe de vulling ontstaat en welke mogelijkheden voor datering die biedt. De methodiek van het opgraven wordt vervolgens toegelicht, en de wijze waarop men de vondsten verwerkt. Ten slotte komen de interpretaties aan bod, die op kleine en grote schaal inzicht geven in onze vroegere eetgewoonten.